-
1 blijk geven van iets
blijk geven van ietsmanifester qc. -
2 blijk geven van medeleven
-
3 blijk geven van moed
blijk geven van moed -
4 blijk geven van belangstelling
blijk geven van belangstellingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > blijk geven van belangstelling
-
5 blijk geven van desinteresse
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > blijk geven van desinteresse
-
6 blijk geven van medeleven
show/express sympathyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > blijk geven van medeleven
-
7 blijk geven van iets
свидетельствовать о чём-л. -
8 van onbezonnen gedrag blijk geven
van onbezonnen gedrag blijk gevenDeens-Russisch woordenboek > van onbezonnen gedrag blijk geven
-
9 blijk
♦voorbeelden:1 blijk geven van iets • manifester qc.blijk geven van moed • faire montre de courageeen blijk van vertrouwen • une marque de confianceblijken van waardering • signes d'appréciationals blijk van • en témoignage deals blijk van waardering • en signe d'estime -
10 blijk
♦voorbeelden:een blijk van vertrouwen • a token of confidenceblijk geven van belangstelling • show one's interestblijken van instemming/afkeuring • signs/expressions of approval/disapproval -
11 blijk
доказательство; знак; признак; показатель* * *o -enзнак м* * *сущ.общ. доказательство, знак, признак, показатель (van- чего-л.) -
12 témoigner
témoigner [teemwaanjee]1 getuigen (van) ⇒ getuigenis afleggen (van), blijk geven (van)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 getuigenv1) getuigen -
13 marquer
marquer [maarkee]1 markant zijn ⇒ markeren, indruk maken♦voorbeelden:1 événements qui marquent • bijzondere, belangrijke gebeurtenissenil marque plus que son âge • hij ziet er ouder uit dan hij isII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 markeren ⇒ aanduiden, aangeven, aanwijzen, merken3 blijk geven van ⇒ doen uitkomen, tonen4 een stempel drukken op ⇒ indruk maken op, tekenen, kenmerken♦voorbeelden:1 marquer d' une croix • een kruisje zetten bij, opmarquer d' une étiquette • een etiket plakken opmarquer d' un numéro • nummerenêtre marqué au coin de • getuigen vanv1) markant zijn, indruk maken (op)3) eruitzien5) markeren, aanwijzen6) noteren8) brandmerken9) scoren10) dekken [sport] -
14 gage
gage [gaazĵ]〈m.〉2 bewijs ⇒ blijk, teken♦voorbeelden:jouer aux gages • pandverbeuren (spelen)laisser, mettre en gage • in onderpand geven, belenenprêter sur gages à qn. • iemand geld lenen op onderpand1. m1) onderpand2) bewijs, teken2. m plloon, gage -
15 preuve
preuve [pruv]〈v.〉1 bewijs♦voorbeelden:la preuve vivante • het levende bewijsfaire la preuve que • het bewijs leveren datà preuve • getuigejusqu'à preuve (du) contraire • tot het tegendeel is bewezenpreuve par l'absurde • bewijs uit het ongerijmdec'est la preuve que • ik leid eruit af datfaire ses preuves • zichzelf bewijzen, zijn sporen verdienenpreuve testimoniale • getuigenbewijsf1) bewijs2) blijk, teken3) proef [wiskunde]4) gehalteproef [alcohol] -
16 manifest
adj. zichtbaar, duidelijk, klaarblijkelijk--------n. vrachtlijst; passagierslijst van een schip of vliegtuig; lijst van inhoud van een scheepslading--------v. zichtbaar/kenbaar/duidelijk makenmanifest1[ mæniffest] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————manifest21 zichtbaar ⇒ kenbaar, manifest————————manifest3II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 vertonen ⇒ aan de dag leggen, bewijzen♦voorbeelden:manifest one's opinion • zijn mening te kennen geven -
17 manifester
manifester [maaniefestee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 blijk geven van ⇒ te kennen geven, betonen, uiten1 zich uiten ⇒ zich manifesteren, zich openbaren, van zich laten horen1. v1) demonstreren2) uiten, te kennen geven2. se manifestervzich manifesteren, zich uiten -
18 exhibit
n. geëxposeerd stuk; bewijsstuk; tentoonstelling (AE)--------v. laten zien, tonen, demonstrerenexhibit1[ igzibbit] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————exhibit2〈 werkwoord〉1 tentoonstellen ⇒ exposeren, uitstallen2 vertonen ⇒ tonen, blijk geven van♦voorbeelden: -
19 erkennen
erkennen♦voorbeelden:1 der Richter erkannte auf Freispruch • het vonnis van de rechter luidde: vrijspraakfür Recht erkennen • vonnis wijzenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 onderscheiden, waarnemen3 beseffen, inzien♦voorbeelden:erkennen lassen • blijk geven vanetwas zu erkennen geben • iets te verstaan geven -
20 evidence
n. getuigenis, bewijs, bewijsstuk--------v. aanduiding; bewijsevidence1[ evviddəns]1 aanduiding ⇒ spoor, teken2 bewijs ⇒ bewijsstuk/materiaal/plaats♦voorbeelden:1 bear/show evidence of • sporen/tekenen dragen van, getuigen vangive evidence of • tekenen vertonen vanconclusive evidence • afdoend bewijsbear evidence that • het bewijs leveren datproduce evidence • bewijs leveren/verschaffen〈 juridisch〉 evidence against • belastend(e) materiaal/feiten ingebracht tegen〈 juridisch〉 evidence for the defence/prosecution • bewijs à decharge/à chargeon the evidence of • op grond van2 duidelijkheid ⇒ zichtbaarheid, opvallendheid♦voorbeelden:call someone in evidence • iemand als getuige oproepen2 be in evidence • zichtbaar zijn/opvallen————————evidence2〈 werkwoord〉1 getuigen van ⇒ blijk geven van, tonen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
blijk geven van
Страницы